Ton Wolfs: inzet en werklust als voorwaarde

Niet lullen maar poetsen. Hard werken. niet rustig aan handballen maar snel spelen en twee keer fanatiek trainen. En elkaar durven zeggen waar het op staat. De visie van Ton Wolfs is duidelijk. In de kantine van de Wanroijse sporthal de Hoepel praat de nieuwe trainer van HVW bevlogen over waar hij heen wil met de tweedeklasser: hogerop. Er zit zoveel meer in deze groep.

Inmiddels is de 48-jarige Wolfs een paar maanden bezig. En hoewel zijn fanatieke aanpak een flinke omschakeling is voor zijn spelers, gaat het goed, zegt hij. Ik heb voordat ik deze job heb aangenomen, eerst een gesprek gehad met het team. Daarin gaven ze al aan naar een type als ik op zoek te zijn. ze doen het fantastisch. Trainen zich helemaal suf. We doen zo nu en dan een conditietest. Dan gaan ze helemaal tot het gaatje.

Wolfs is een man van de club. Hij is sinds de oprichting lid en dat terwijl hij al twintig jaar in Venhorst woont. Toen hij richting het Peeldorp verhuisde, stopte hij als speler van het eerste team. Bij Vespo, in zijn woonplaats, rolde hij in het trainersvak. Wolfs, metselaar van beroep, maakte daar van een onervaren ploeg een stabiele tweedeklasser. Later trainde hij in Wanroij de jeugd en het tweede vrouwenteam. Na een sabbatical van twee jaar, waarin Wolfs een nieuw huis bouwde, vond hij bij het eerste mannenteam een nieuwe uitdaging. Hij volgde er afgelopen zomer Hans Zwaan op. Ik heb ze de vorige seizoenen regelmatig zien spelen en zag mogelijkheden. Het team zat een beetje op een dood spoor. Voor mij was het wel belangrijk dat er versterking bij kwam. Toen ik hoorde dat divisiespelers Jasper Albers en Patrick Cornelissen terugkeerden, was de keuze snel gemaakt. Die twee zijn erg belangrijk voor het team, maar ook voor mij. Ze zijn de katalysator van ons groeiproces.

Naast de aanpassingen naar een meer fanatiekere sportbeleving, paste Wolfs ook de tactiek aan. Hij wil zijn ploeg sneller laten spelen en kiest bewust voor een 6-0 dekking, een actieve manier van verdedigen. Langzaam maar zeker ziet hij zijn team het oppakken. Het is op deze manier veel leuker om naar te kijken en leuker om te doen. Ik handbalde zo ook het liefst.

Zijn eigen handbalcarrière kreeg al vroeg een flinke klap te verwerken. Op 18-jarige leeftijd als talenvol A-junior, kreeg hij een zwaar auto-ongeluk. Zo’n beetje alles in mijn lichaam was kapot. Ik deed op die leeftijd al mee met het eerste van HVW, het zag er naar uit dat ik divisieniveau wel ging halen. Ik had na het ongeluk ontzettend hard geknokt en stond binnen een paar maanden weer op het veld. Het verbaasde de doctoren, maar de oude ben ik nooit meer geworden. Ik heb altijd last gehouden van een voet, die ik niet meer goed kan bewegen. Daardoor bleef hij handballen bij ‘zijn’ HVW. Op de manier zoals hij terugkwam na het ongeluk en zoals hij nu ook als trainer in het leven staat. Altijd hard werken. Ik wil dat fanatisme ook bij mijn eigen ploeg zien.

Zijn team doet het goed in een competitie waar het uit de eerste divisie teruggeplaatste MHV’81 uit Mill er met kop en schouders bovenuit steekt. Daarachter staat HVW nu derde, achter Zephyr uit Schijndel, ook al een team met veel divisie-ervaring. Toch vind ik die ploeg niet veel beter dan wij, zegt Wolfs. Het is zonder dat in deze tweede klasse het kampioenschap al vergeven is aan MHV, aan de andere kant krijgen we daar dit seizoen wel de derby voor terug. Het zou mooi zijn als het ons nog lukt om Zephyr bij te halen, tweede te worden en te mogen spelen voor promotie. Dat is dit seizoen nog geen must. Maar daarna wil ik wel zo snel mogelijk naar de eerste klasse. Dit team heeft dat in zich.

Bron: De Gelderlander 7 november 2015