Bron: NOC*NSF 11 mei
Als de cijfers rond het coronavirus zich in de goede richting blijven ontwikkelen, wil het kabinet per 19 mei de tweede stap in het heropeningsplan zetten, inclusief versoepelingen voor de binnen- en buitensport. Premier Mark Rutte benadrukte dinsdagavond tijdens een persconferentie dat, mochten de cijfers de komende dagen tegenvallen, het kabinet maandag nog kan besluiten om op de pauzeknop te drukken.
Voor de sport houden de versoepelingen onder meer in dat per 19 mei personen vanaf 27 jaar buiten weer in groepsverband mogen sporten, op anderhalve meter en in een maximale groepsgrootte van dertig personen. De groep tot 26 jaar mocht al buiten sporten, zonder afstand te houden.
Na lange tijd mogen ook de binnensportlocaties, waaronder sporthallen, sportscholen en zwembaden, weer open, met maximaal dertig personen per ruimte. Personen vanaf 18 jaar mogen hierbij in groepen van maximaal twee personen sporten, op anderhalve meter afstand. Groepslessen zijn niet toegestaan, tenzij het gaat om kinderen en jongeren tot en met 17 jaar. Er mogen geen wedstrijden worden gehouden, de kleedkamers blijven gesloten (behalve in zwembaden) en publiek is niet welkom.
“Mooi dat we tot en met 17 jaar weer gewoon kunnen gaan sporten en zo weer leven in de verenigingen kunnen gaan brengen. Dit is met name richting het nieuwe seizoen na de zomer erg belangrijk. We hadden wel gehoopt dat deze leeftijdsgroep hoger had gelegen, zodat we nog meer mensen normaal in beweging hadden kunnen brengen.”
Terrassen bij sportkantines
De terrassen op sportlocaties mogen vanaf 19 mei ook weer open, tussen 06.00 en 20.00 uur. Hiervoor gelden dezelfde regels als op andere buitenterrassen, zoals maximaal vijftig personen per terras, maximaal twee personen aan tafel op anderhalve meter afstand, tenzij het om mensen uit hetzelfde huishouden gaat.
“Dit is allemaal heel prettig nieuws voor veel sportverenigingen, alhoewel we natuurlijk liever hadden gezien dat we nu al weer in meer leeftijdsgroepen normaal (zonder de anderhalve meter) hadden kunnen sporten,” vindt Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF.